The Project Gutenberg eBook, De drooglegging der Zuiderzee, by Anonymous

This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
almost no restrictions whatsoever.  You may copy it, give it away or
re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
with this eBook or online at www.gutenberg.org

Title: De drooglegging der Zuiderzee

het plan J. Ulehake contra het plan C. Lely

Author: Anonymous

Release Date: June 3, 2011 [eBook #36319]

Language: Dutch

Character set encoding: ISO-8859-1

***START OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK DE DROOGLEGGING DER ZUIDERZEE***

 

E-text prepared by the Online Distributed Proofreading Team
(http://www.pgdp.net)

Opmerkingen van de bewerker

De tekst in dit bestand wordt weergegeven in de originele, verouderde spelling. Er is geen poging gedaan de tekst te moderniseren.

Afgebroken woorden aan het einde van de regel zijn stilzwijgend hersteld.

Overduidelijke druk- en spelfouten in het origineel zijn gecorrigeerd; deze zijn voorzien van een dunne rode stippellijn, waarbij de Brontekst via een zwevende pop-up beschikbaar is.

Een overzicht van de aangebrachte correcties is te vinden aan het eind van dit bestand.

Door op de illustratie te klikken is een vergroting beschikbaar.

Het plan Lely, waar dit boek een reaktie op is, is op Project Gutenberg als e-boek beschikbaar onder de titel: Ontwerp van wet tot afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee met toelichtende memorie (e-boek no. 36317).

Dit Project Gutenberg e-boek bevat externe referenties. Het kan zijn dat deze links voor u niet werken.

 


 

 

 

 

DE DROOGLEGGING
DER ZUIDERZEE

HET PLAN J. ULEHAKE
CONTRA HET PLAN C. LELY

UITGEGEVEN VOOR REKENING
VAN DEN SCHRIJVER

W. J. THIEME & CIE—ZUTPHEN

 

 

De drooglegging der Zuiderzee.

Het plan J. Ulehake contra het plan C. Lely.


Ten einde duidelijk het verschil te doen uitkomen tusschen het sinds jaren bestaande plan Lely en het jongste plan tot drooglegging der Zuiderzee, het plan Ulehake, worden beide plans vergelijkender wijze hier in hoofdzaken naast elkaar gezet en behandeld.

I.

Het ontstaan der beide plans.

Daar het plan Lely als het regeeringsplan op den voorgrond geplaatst is en o.a. meermalen door Mr. H. Smeenge uiteengezet is,—daar het bovendien behandeld is in de vrij algemeen bekende „acht nota's”, is het niet noodig, in dit kleine opstel een geschiedkundig overzicht daarvan te geven. Alleen zij opgemerkt, dat men het plan Lely kan noemen „het kunstmatig plan tot drooglegging der Zuiderzee”, in tegenstelling met het plan Ulehake, dat aanspraak maakt op den naam „het natuurlijk plan”.

Dit plan bestaat ongeveer een jaar of negen en is door den ontwerper aan H. M. de Koningin aangeboden. Dat het nog niet meer algemeen bekend is, ligt vooral aan de maatschappelijke positie van den ontwerper, die als onderwijzer niet een man van gezag is en niet kan beschikken over kapitaal en krachten; de heer Lely kon dat wel.

Toen bleek, dat volgens het plan Lely 1 H.A. grond in de Wieringermeer  ongeveer f 1700 zou kosten aan drooglegging, (en dat was destijds veel geld), gaf dit den ontwerper van 't nieuwe plan aanleiding tot het opvatten van eene belangrijke, maar moeielijke studie en trachtte hij deze vraag te beantwoorden:

Waardoor komt het, dat 1 H.A. grond in de Wieringermeer, nog slik zijnde, reeds f 1700 zal moeten opbrengen, zullen de te maken kosten eenigszins gedekt worden door de waarde van den droog te leggen grond?

Ziedaar den oorsprong van het plan Ulehake.

II.

Op bovengenoemde vraag kan slechts dit antwoord gegeven worden: „De te maken kosten moeten groot zijn en de droog te leggen grond moet in verhouding daarmee klein wezen”.

Bij 't beschouwen van de kaart, waarop 't plan Lely staat, valt het inderdaad dan ook op, dat het zoogenaamde IJselmeer groot is in verhouding tot de totale oppervlakte der vier polders, die 211830 H.A. bedraagt. Daar het IJselmeer 150000 H.A. groot is, blijkt, dat de oppervlakte der Zuiderzee, door den afsluitdijk pl. Lely afgesloten, voor ruim ⅖ deel, dus voor bijna de helft, water blijft. Een grootsch werk wordt er slechts ten halve door uitgevoerd.

Toch zal de tegenwoordige Minister van Waterstaat wel terdege redenen gehad hebben, om een IJselmeer van dien omvang te doen blijven bestaan. Onderwerpen uit de acht nota's als: De invloed der afsluiting op de waterkeering der provinciën langs de Zuiderzee,—de invloed der afsluiting op de waterloozing,—op de waterverversching enz., dienen ongetwijfeld om mede aan te toonen, dat het IJselmeer wel van reusachtige afmetingen moet zijn; bovendien moet het in staat zijn, gedurende langeren of korteren tijd het water te bergen, dat door den IJsel wordt aangevoerd; het moet ook het overtollige water uit het stroomgebied van 't Zwarte Water en van een groot deel van Friesland,  Utrecht en Noord-Holland kunnen bevatten; immers juist het afgesloten deel der Zuiderzee ontvangt al dat water.

III.

Als van zelf dringt zich de vraag op:

Waarom wil de ontwerper Lely den afsluitdijk juist over Wieringen naar Piaam gelegd hebben?

Het kiezen van de plaats voor den afsluitdijk beheerscht het geheele plan tot drooglegging.

Legde de Minister den dijk meer zuidwaarts, dan deed hij niet alleen afstand van de Wieringermeer, „het neusje van den zalm” en zou hij op die manier nog minder oppervlakte gronds aan de zee ontwoekeren, maar ook werkelijk groote technische bezwaren uit den weg moeten ruimen; ergo, de afsluitdijk kon niet meer zuidwaarts gelegd worden.

Waarom verbond hij niet de Waddeneilanden onderling en met den vasten wal, zelfs met insluiting van de Lauwerszee?

Antwoord a. Volgens den heer Lely zouden te groote technische bezwaren verbonden zijn aan het afsluiten der zeegaten bij de Waddeneilanden.

b. De zeebodem ten N. van de lijn Wieringen–Piaam was over het geheel te waardeloos, om met groote kosten ook het noordelijk bekken en de Wadden droog te leggen.

Niemand kan meer redenen opgeven.

Nu rustte op den heer U. de taak, genoemde bezwaren weg te nemen of te verminderen, omdat hij de Waddeneilanden wèl met het vasteland verbinden wilde.


Als men oppervlakkig de kaartjes met de doorsneden der zeegaten bekijkt, zooals die in eene der nota's voorkomen, dan schrikt men van de reusachtige diepte der zeegaten. Ze zijn daar n.l. op zeer groote schaal geteekend, om de vormen nauwkeurig te kunnen aangeven; die kaartjes geven dus volstrekt niet de verhouding aan b.v. tusschen den afstand Den Helder–Tessel  en de diepte van de Helsdeur. Maakt men een houten model van den te leggen afsluitdijk aldaar, dan zou bij eene lengte van 6 M., de dam in het diepste deel van 't zeegat niet meer dan 4 c.M. bedragen. (Met het eigenlijke zeegat wordt hier de diepe scheur bedoeld in den zeebodem, en niet de totale afstand van Den Helder naar Tessel). Hoewel de kortste weg vaak de beste is, vindt men in 't plan U. de partiëele afsluitdijken convex naar buiten aangegeven. Hij ontwierp ze zoo, om de werkelijk technische, dus niet alleen de financiëele, bezwaren terug te brengen tot kleiner proportiën.

De diepe zeegaten, met hunne snelle stroomingen bij de wisseling van ebbe tot vloed en omgekeerd, splitsen zich buitengaats in drie geulen, gescheiden door zandbanken. Zoo splitst de Helsdeur zich als volgt: de kust van Noord-Holland—Schulpegat—de zandbanken Botterruggen en Bollen—het Westgat—de Keizersbult of Pannekoek en de Razende Bol—het Molen- of Noordwestgat—Onrust en Tessel.

Natuurlijk zal in elk dezer zeegaten de strooming veel minder sterk zijn dan in de Helsdeur. Verder is de diepte zeewaarts in veel geringer, terwijl ten slotte de aan te leggen partiëele dijken sterk zullen zijn; niet alleen, omdat ze buitenwaarts gebogen zijn, maar vooral, omdat zij op hunne beurt van afstand tot afstand steun vinden op de zandbanken, zooals het geheele complex steun vindt in de Waddeneilanden.—Het plan U. mag „een natuurlijk plan” heeten, omdat het van de bestaande zandbanken en eilanden profiteert, maar bovenal, omdat het de „natuurlijke” grens tusschen land en water weer herstelt. Met recht beweert de heer U., dat de Zuiderzee niet meer ontstaan zou, als ze er niet was; als goed Nederlander hoopt hij op de zee te heroveren, wat deze destijds als oppermachtige nam.

Het spreekt vanzelf, dat de zeegaten en Waddengedeelten, als vallende buiten het plan Lely, niet in die mate en richting werden onderzocht, om voldoende gegevens voor 't plan U.  te verschaffen. Wel verklaarde een ervaren waterbouwkundig ingenieur, dat de technische bezwaren, aan het dempen der zeegaten verbonden, enkel „geldelijke” waren, en het dus volstrekt niet onmogelijk blijkt, dat de resultaten van 't plan U. veel schitterender zullen zijn dan die van 't plan Lely.


Wijselijk zwijgt de heer U. over constructie en aanleg van dijken, maar als leek oordeelt hij, dat de zee zelf het zand zal aanvoeren, om de diepste diepten der zeegaten te vullen, als van afstand tot afstand dwars over den bodem dier gaten rijen betonblokken gelegd worden. Zijn de ruimten daarvoor en daartusschen gevuld, dan bouwe men op dezelfde wijze daarop voort tot b.v. 8 M. beneden A. P., alwaar dan de voet van den gewonen dijk kan gelegd worden.


Voor den afsluitdijk pl. U. zal nooit opstuwing van water kunnen plaats hebben; voor dien van 't plan Lely wel. De Minister is hiervan zelf overtuigd en wil daarom den Frieschen zeedijk ten N. van Piaam en ook den Balgdijk verzwaren en verhoogen. Dat zijn extra-kosten, die beslist gemaakt moeten worden. Bij stormen uit 't N.W. zullen de golven der Noordzee tegen den afsluitdijk pl. U. breken en zal de druk, door 't water buiten den dijk daarop uitgeoefend, eer gunstig dan ongunstig werken op 't weerstandsvermogen van den dijk. De afsluitdijk bij pl. L. zal er zwaar door beproefd worden, vooral, omdat tijdens den hoogen vloed ten N. van den dijk het binnenwater, ten Z. ervan, door den invloed van den wind laag zal staan, daar het in zuidelijke richting opgejaagd wordt. (Arm Zwolle!) De afsluitdijk pl. L. moet in het midden dan ook verdubbeld worden. Geen wonder: hij ligt rechtuit-rechtaan loodrecht op de richting van den boosaardigen wind, die de Zuiderzee deed  ontstaan, en dat wel door vrij diep water. De afsluitdijk bij 't pl. U. verkeert in veel gunstiger conditiën. Deze zal bovendien bij gedeelten kunnen (= moeten) voltooid worden, te beginnen bij 't Eierlandsche Gat. De bekwame ingenieur Van Diggelen wilde dit werk destijds reeds ondernemen. Voor de waterbouwkundigen is dit werk een leerzame inleiding tot het geheele werk: de arbeid is betrekkelijk gemakkelijk en er wordt direct een blijvend resultaat verkregen, n.l. de verbinding van twee eilanden tot één geheel. Vervolgens kan men op zes of meer plaatsen beginnen te werken, zoodat de geheele afsluiting vlug kan geschieden.

Bij 't plan U. zal in het Vlie een stel schutsluizen gelegd worden; het in te stellen onderzoek zal moeten uitmaken, waar de geschiktste plaats daarvoor is met het oog op verzanding. Overigens worden er b.v. totaal een veertigtal afvoersluizen gelegd, ongelijk in aantal verdeeld over de verschillende afsluitdijken, doch overal gelegd vóór de diepe geulen.

IV.

Het is denkbaar, dat bij langdurigen N.W. wind, sterk en vochtig als hij gewoonlijk is, bij 't plan L. totaal geen water kan geloosd worden wegens het groote verschil in waterstand buiten en binnen den dijk. Dit groot kwaad zou zelfs door 't bouwen van stoomgemalen op den afsluitdijk niet verholpen kunnen worden. De zuidelijk gelegen polders zouden bij die gelegenheid de nadeelige gevolgen van eene onvoldoende waterloozing evengoed gevoelen als de omgeving van Zwolle, Meppel enz., en in ergere mate nog dan op 10 Jan. 1910. 't Is evenwel mogelijk, dat een degelijk onderzoek uitwijst, dat bij 't pl. U. minstens door één stel sluizen kan geloosd worden, waar de wind ook vandaan komt, daar ze gedeeltelijk naar 't W., 't N.W., 't N. of 't N.O. uitloozen. Stellig kan bij 't pl. U. het water in alle omstandigheden vlugger uit de polders geloosd worden dan bij  't plan L., want het verschil tusschen ebbe en vloed is bij de Waddeneilanden veel grooter dan bij Wieringen en Piaam. Dit feit pleit ten gunste van 't pl. U., want een polder met onvoldoenden waterafvoer baart beslist teleurstelling.

Tijdens en bij 't kenteren van den vloed voor den afsluitdijk pl. L. loopt het zuidoostelijk deel van Tessel, zijnde het vruchtbare deel, steeds groot gevaar van verzwolgen te worden. Thans heeft men reeds moeite genoeg om dit te voorkomen, en voor de bevolking van dit eiland in 't bijzonder zou het zeer gewenscht zijn, dat het plan U. de aandacht der Regeering trok.—Tijdens het leggen van den afsluitdijk pl. L. zullen technische moeilijkheden, als gedeeltelijke verzakking en het wegslaan van reeds gelegde gedeelten, volstrekt geen verrassingen zijn. Van verzakking kan bij den afsluitdijk van 't pl. U. geen sprake zijn wegens den vasten grondslag en den wig-vorm van die deelen van den dijk, die de diepe geulen stoppen.

De heer U. wil, na 't bovenstaande aangevoerd te hebben, gaarne aannemen, dat hij vele voorstanders van 't pl. L. nog niet aan zijne zijde heeft gebracht, hoewel zij kunnen weten, dat de afsluitdijk pl. L. over een totale lengte van 3000 M. moet gelegd worden door water van 6 tot 8 M. diepte en het Amsteldiep stellig wel 10 M. diep is; maar, we zijn thans ook zoo verre met onze beschouwingen gekomen, dat volgens den heer U. zijn plan in al het volgende schitterend zegeviert, en het plan Lely totaal verslagen wordt.

In hoeverre hij gerechtigd is, zulks te mogen beweren, blijke uit het volgende:

V.

In de eerste plaats merken we op, dat niet alleen de zeedijken zullen vervallen, die ook bij 't pl. L. buiten dienst gesteld worden, maar ook de dijken, die door den Minister juist moeten verzwaard worden; ja, de heele Friesche dijk, zoo duur in  onderhoud; en alle dijken op alle betrokken Waddeneilanden vervallen als zeedijken, zoodat daarbij van onderhoudskosten geen sprake meer is. Als men deze kosten voegt bij de kosten van onderhoud voor den afsluitdijk pl. L., dan zal dit totale bedrag stellig ruim voldoende zijn, om daarmee den afsluitdijk plan U. te onderhouden. Het leggen van dezen dijk moge meer kosten, het onderhoud er van stellig niet.—Maar er kan aan het leggen ook meer besteed worden; van eenig grondverlies is dan geen sprake meer, alle eilandbewoners zijn uit hun isolement verlost, doch bovenal:

Het plan Ulehake geeft, wat eene drooglegging geven moet: Land!!!

Men dinge af op zijn plan, zooveel men wil, niemand zal ontkennen, dat het minstens tweemaal zooveel land beschikbaar stelt als het plan Lely, en dat nog wel „zonder overvoering der markt”, omdat het geleidelijk geschiedt.

De tijdsomstandigheden hebben het pl. L. doen verouderen, zoodat het thans te weinig geeft voor veel geld.

Ja, het plan Lely is verouderd!

Het aantrekkelijk wicht, met moeite gebaard, en grootgebracht met opoffering van verre over de f 50.000, is een dametje van ruim dertig jaar geworden, dat vaak ten dans gevoerd werd en straks nogmaals op de huwelijksmarkt wordt gepresenteerd, omdat het tot heden nog door niemand voor 't altaar werd geleid. De vader en verzorger, maar ook de toeziende voogden durven, willen of kunnen niet openlijk erkennen, wat de heer U. niet durft, wil of mag verzwijgen, n.l. dat het een geluk is, dat het plan L. nog onuitgevoerd bleef. Hij beweert dat, indien het plan Lely thans reeds uitgevoerd was, men nu alweer zou eischen:

Het noordelijk bekken der Zuiderzee, de Wadden en de Lauwerszee moeten eveneens drooggelegd worden! Met andere woorden: men zou dubbele kosten en dubbel werk moeten maken.


 

Zijn vernietigende uitspraak berust op deze twee axioma's:

a. De waterbouwkunde, voorgelicht door de scheikunde, kreeg te beschikken over gewapend en cementbeton, eene specie, die uitnemend geschikt is tot het leggen van den afsluitdijk en de bijkomende werken.

b. De landbouw kreeg, voorgelicht en geschraagd door de scheikunde, te beschikken over de hulpmeststoffen, waarmede men zelfs „heide maakt tot weide.”

Van het onder a genoemde kan bij uitvoering van 't pl. L. natuurlijk ook gebruik gemaakt worden, hoewel de ontwerper rekende op 't gebruik maken van „de Oud-Hollandsche beproefde methode van dijkenaanleg.”

Volgens den heer U. geven deze twee grondwaarheden (doch vooral de laatste) den doodsteek aan 't plan L. en doen ze het zijne zegevieren. In verband met het onder b genoemde redeneert hij op de volgende wijze verder:

„De tijd, waarin men op Tessel stukken zandgrond weggaf, daar men er dan geen grondbelasting van behoefde op te brengen, is voorbij. Die gronden vertegenwoordigen aldaar thans eene handelswaarde van f 800 per H.A.

Men kan nu in de nabijheid van Glanerbrug niet meer eenige H.A.'s veld in bezit krijgen voor 't verstrekken van een maal pannekoeken voor één persoon, daar 1 H.A. ervan thans ver over de f 1000 waarde heeft.

De hooggelegen heidegrond in ons land, die eenigszins geschikt is voor ontginning en met den wagen bereikt kan worden, is thans ongeveer f 300 per H.A. waard. Die grond, niet zelden 10 à 12 M. + A. P. gelegen, wordt na 't verrichten van zwaren arbeid met groote kosten nog productief gemaakt en winstgevend, en zou dan de zandgrond, thans nog sluimerend op den bodem der zee, niet gemakkelijk f 400 per H.A. waard zijn? De felle droogte zal daar de hoop des landmans waarschijnlijk nooit in rook doen vervliegen!

 

Toch stelt de heer U. de waarde van dien grond op slechts de helft, zijnde f 200 per H.A.

Zouden de zware droog te leggen kleigronden in dezen tijd niet evengoed eene verkoopwaarde van f 3000 per H.A. hebben als voor acht en dertig jaar in den pas droog gelegden Grooten-IJpolder?

Hij stelt ze echter op eene handelswaarde van f 2200 per H.A. Daar de Lauwerszee door hem buiten de berekening is gehouden, en deze bij drooglegging genoegzaam niets anders zal opleveren dan zuivere, zware klei, is de heer U. overtuigd, dat hij nooit van overdrijving ten voordeele van zijn plan kan beticht worden, als hij stelt, dat de helft van al de drooggelegde gronden zuiver zand is en de andere helft klei. Buiten de Lauwerszee geeft zijn plan 422357 H.A. land; de gemiddelde handelswaarde per H.A. wordt: (f 2200 + f 200) : 2 = f 1200. Uitgedrukt in ronde getallen legt hij dus voor 420000 × f 1200 = f 504000000 aan land droog. (Met recht zou hij naar den bestaanden prijs gemiddeld f 1600 per H.A. mogen rekenen en een totaal van f 672 millioen boven water halen).

Van 't plan Lely is nooit beweerd en zal nooit beweerd worden, dat de waarde van den verkregen grond de te maken kosten zal kunnen dekken. Hoe zou dat staan met het plan Ulehake? Zou 't niet zeer voorzichtig en verstandig zijn, dit eens te onderzoeken, vóór men begint met de uitvoering van 't pl. Lely?

VI.

Bij de uitvoering van 't plan Lely loopt men gevaar, dat de aanwinst van land de markt zal overvoeren, telkens als een der 4 polders droog gelegd is. Als de afsluitdijk van 't pl. L. gelegd is, moet men zelfs nog jaren aaneen steeds uitgeven zonder eenig voordeel te kunnen trekken, want zware polderdijken aan te leggen op een weken kleibodem vereischt taai geduld en veel arbeid. En toch zal er snel gewerkt moeten worden, want  gedurende den winter bij felle vorst zal het ijs zeer belemmerend zijn en in 't voorjaar bij dooi weder zal de watertoevoer en 't kruien van 't ijs zelfs dwingen tot werkstaking.

De heer U. noemde den IJsel en 't groote IJselmeer steeds „een paar zware hypotheken” op 't pl. Lely.


Als de afsluitdijk van 't plan U. gereed is, kan men reeds dadelijk beschikken over 't zand van de Grind en meerdere zandbanken. Bij den val van 't water wijst moeder Natuur de diepe geulen aan, die als vaarwateren en afvoerkanalen zullen dienen, en door hare diepte daarvoor geschikt zullen blijven.

Met geringe kosten zal men in de nabijheid der geulen zand kunnen laden en lossen. De betonblokken, die op de banken kunnen gemaakt worden, kunnen eveneens met geringe moeite en kosten ter plaatse gebracht worden. Betrekkelijk groote vlakten komen bloot te midden van „het arbeidsveld”. Ze zijn grof van structuur en dus spoedig uitgezilt, zoodat er niet alleen dadelijk gelegenheid is voor woningbouw ten behoeve der polderwerklieden, maar ook kan de grond spoedig productief gemaakt worden. Kort na 't leggen van den afsluitdijk komt er dus reeds landbouw en na acht jaren is er reeds een gevestigde boerenstand, die in de toekomst zelfs bijna geen polderlasten te betalen heeft, omdat de kosten van aanleg en onderhoud gering zijn in een gebied, waar 't maaiveld hoog ligt. Immers in 't Waddengedeelte kan men met recht spreken van drooglegging; eigenlijke polderwerken moet men uitvoeren bij dieper gelegen deelen.

Welke menschen zullen zich dus op die hooger gelegen gronden vestigen?

De werkmenschen, zij, die thans nog hunne gezinnen moeten  verlaten, om elders het te kort in hun kas te verdienen, zij, die met bloote kaken hunne ruggen krom moeten werken in den turfkuil en den modderbak, daarna op 't maai- en hooiveld van den Frieschen of Hollandschen boer, op 't aardappelland van den Groningerlander of op 't bietenland van den polderboer. Die menschen zijn bekwaam voor het in cultuur brengen van den zandbodem en kunnen, des gewenscht, op 't bloembollenland ook zeer goed behulpzaam zijn. De mannen in de kracht van 't leven zullen met hunne gezinnen de armelijke woningen op de Veluwe, den Hondsrug of waar dan ook, gaarne willen ruilen voor de woningen, door de Regeering gebouwd onmiddellijk bij 't werk, en zich met vrouw en kind toeleggen op 't bewerken van den grond. Mogen ook dan nog de spade en 't kouter glimmen als zilver, die zilverglans zal hen dan ook aanmoedigend tegenstralen, als ze buidel of beurs openen, iets wat nu niet het geval is.

VII.

Men zorge er bij tijds voor, dat Harlingen een flinken „derden waterweg krijge, want deze plaats, waar alle producten van een groot complex vruchtbaar land ter markt zullen gebracht worden, deze stad, voorzien van een achterland, waaraan elke handelsstad behoefte heeft, zal ongetwijfeld „de Koningin van 't Noorden” worden.

VIII.

Steeds uitgaande van de plekken gronds, die drooggelegd zijn, (hoe natuurlijk toch!) wordt in korten tijd juist aan diegenen, die het eerst geholpen moeten worden, eene betere gelegenheid geboden, om „bij zuinig en oppassend zijn”, inderdaad op den ouden dag gevrijwaard te blijven voor kommer en gebrek!

Weldra komen gemengde gronden bloot, die zoowel voor bouw- als voor weidegrond geschikt zijn.—Tenslotte komen de kleigronden bloot.

 

Nu behoeft niet meer een deel der jongelingsschap ons land te verlaten, om te trachten elders eigen boer op eene boerderij te worden. Nu behoeven zij, die weten, dat voor 't sluiten van een huwelijk meer noodig is dan zeven el katoen en een paar kussens, niet bevreesd voor stranding te zijn, als ze in 't huwelijksbootje stappen, want voor alle rangen en standen, voor rijk en arm, groot en klein, schipper en kruidenier, bestaat nu gelegenheid zich te vestigen, wetende, dat zij eene goede broodwinning kunnen verkrijgen en behouden.

De Regeering verpachte slechts geen woning of grond aan den dronkaard, maar 't liefst aan hem, wiens „dege degelijkheid” bleek bij het totstand brengen van 't groote werk.

Betrekkelijk spoedig zal de gevestigde bevolking in den vorm van pacht en belasting de Regeering steunen op financiëel gebied en dit zal den beheerscher van 's lands schatkist een voorproef geven van wat wezen zal, als de twaalfde provincie van Nederland gemaakt is tot wat ze worden kan.

De heer U. beweert, dat zijn plan een zuiver nationaal karakter draagt in tegenstelling met 't plan Lely, dat volgens hem in hoofdzaak alleen ten goede komt aan de nakomelingen van den kleiboer.

Als onderwijzer gevoelt hij zeer goed het ongelijke van den strijd, dien hij aanbond tegen den Minister-ingenieur. Tot heden maakte hij kennis met slechts twee leden der Tweede Kamer, van wie hij eenigen steun verwacht, maar hij, die meent te strijden voor heel het Nederlandsche volk, vertrouwt, dat alle vertegenwoordigers van dat volk er op zullen aandringen, dat zijn plan onderzocht worde. Van bevoegde zijde werd hem verzekerd, dat, na een onpartijdig onderzoek van hoogstens anderhalf jaar kan uitgemaakt worden of zijn plan aanbeveling verdient. Welnu, moeten we slechts zooveel langer wachten op den aanvang van 't grootsche werk met de hoop, dat het pl. Lely door een beter plan vervangen wordt, door een plan, dat geen aanvulling of  correctie behoeft, dan is eene tijdruimte van anderhalf jaar niet noemenswaard. In dien tijd van onderzoek zal het moorden, branden en rooven in 't beschaafd Europa mogelijk afgeloopen zijn en kan er weer menschenwerk verricht worden. Indien Duitschland mocht zegevieren, dan zal 't plan U. stellig ook zegevieren, daar dit rijk in 1913 kort en goed, o Nederlanders, besloot zijne Waddeneil. met het vasteland te verbinden. Opzettelijk is een schakel uit deze redeneering weggelaten, omdat de ontwerper nochtans hoopt, dat onder het bestuur van onze geliefde Koningin zijn plan verwezenlijkt moge worden.


Hij meende gerechtigd te zijn eenigszins critiek uit te oefenen op het plan Lely en bestudeerde het IJselmeer. Daar de heer U. wil trachten alle rivieren, uitloozende in de Zuiderzee, te kanaliseeren, ten einde den watertoevoer te beperken en te beheerschen, en bovendien een uitgebreid net van breede afvoerkanalen in de verschillende poldergebieden krijgt, hoopt hij, dat zijn IJselmeer slechts klein zal wezen, vergeleken bij dat in 't pl. Lely. Dit laatste toch zal zware, hooge polderdijken moeten hebben, waardoor de polderlasten niet gering kunnen blijven. Wegens zijn groote afmetingen zal het de vier polders volkomen van elkaar gescheiden houden; de polders zullen aanhangsels blijven van de aangrenzende provinciën en door de scheepvaart slechts eenige verbinding verkrijgen, als het ijs die toelaat. Van een nieuwe provincie kan bij dit plan geen sprake zijn.

Als de wind uit het N.W. woedt, zal het rivierwater niet in 't meer, maar 't meerwater in de rivieren komen. De hoofdvorm van 't meer bevordert dit ongelukkig verschijnsel. Komt de (heerschende) wind uit het W., dan bestaat hiervoor eveneens gevaar en verdrinkt over eene groote breedte al het land van  Zwolle tot Meppel. Ook Friesland, voorzooverre het water afvoert naar 't Z., zal bij dezen wind onmogelijk water kunnen loozen. Daar de Minister de uitmonding van 't Zwarte Water van Kraggenburg uit wenscht te verlengen tot ongeveer de zuidpunt van Schokland, (en dat werk is lang geen peulschilletje), roept hij aldaar een toestand in 't leven, die veroorzaakt, dat het westelijk deel van Overijsel tot verre ten O. van Dalfsen van tijd tot tijd in een bare zee verandert, of de Noordoostelijke polder verdrinkt.

IX.

Wanneer bij strengen winter het groote IJselmeer zal veranderd zijn in een ijsklomp... O, zeker kan dat, want het is minder diep dan de thans bestaande zee, zoodat het door het grondijs van den bodem tot de oppervlakte één ijsmassa worden kan, en wanneer bij dooi dan ook nog het ijs in de rivieren begint te kruien, dan krijgen we een toestand, die den Minister en de polderbewoners tot wanhoop brengen zal.

En hoe lang kan zoo'n toestand niet duren! In den winter van 1848 op '49 dreven Klaas Bording en zijne twee zoons veertien dagen op een ijsschots rond in de Zuiderzee, die in open verbinding staat met de Noordzee!

Maar, als na de afsluiting voor het ijs nergens, nergens een uitweg te vinden is, hoe lang zal het dan niet belemmerend zijn voor de scheepvaart en de visscherij? Arme visschers, uwe zijden netjes zijn zoo duur en zoo teer. Het ergste voor u is echter, dat ge weken aaneen gedwongen zijt uwe broodwinning stop te zetten. Troost u echter met deze gedachte, dat uw leven nog niet direct in gevaar is; de boeren in de polders verkeeren in groot levensgevaar, als gij honger moet lijden, want straks begint het ijs in 't meer te kruien en de ijsschotsen, door den wind her- en derwaarts gedreven, bedreigen den afsluitdijk  zoowel als de overige dijken om het meer en als....., dan.....

Lezer, vul in, als ge durft, maar bedenk tevens, dat bij uitvoering van 't plan Ulehake deze toestanden totaal uitgesloten zijn.

Nederlanders, leest dit korte opstel en allen, die op- of aanmerkingen kunnen maken of den heer Ulehake, hoofd der openbare lagere school te Groote-IJpolder, gem. Sloten (N.H.) sterker kunnen doen staan met zijn plan tegenover het plan Lely, steunt hem, helpt hem, opdat hij het voorloopig doel, dat hij beoogt, moge bereiken, n.l. dat zijn plan onpartijdig door de Regeering worde onderzocht.—Alleen dan eerst kan men een voor de praktijk waardevol oordeel over zijn plan vormen, als er een volledig project van is opgemaakt met globale raming van kosten, rentabiliteit enz.

Dan eerst kan uitgemaakt worden, welk plan de voorkeur verdient, het kunstmatig plan Lely of 't natuurlijk plan Ulehake.

„Maar, vanwaar moet het noodige geld komen?

De zware oorlogsleening van f 275.000.000 was in korten tijd volteekend, en zouden de menschen met kapitaal niet gaarne hun geld beschikbaar willen stellen, om een stuk grond aan Nederland toe te voegen ter waarde van f 500.000.000 of meer, zonder één nabuur leed te doen of schade te berokkenen, zonder moord, brandstichting of roof?

Men denke er om, het plan Ulehake behelst dezen regel: 420000 × f 1200 = f 504.000.000; er mocht aan 't einde van 1915 staan: 420000 × f (3000 × 3002) = f 693.000.000.

Is het plan Ulehake uitgevoerd, dan is inderdaad een nieuwe provincie ontstaan; de deelen kunnen door tram- en spoorwegen met elkaar verbonden worden en alle deelen van het N. des lands, zoowel als van de eilanden en de nieuwe provincie, komen  in onmiddellijke verbinding met Holland, het hart van Nederland. Ook vergete men niet, dat alleen zijn plan een eind maakt aan de overstroomingen in Overijsel, Drente en Friesland; het plan Lely verergert ze.


BLADVULLING, (geknipt uit een courant).

„Men meldt ons uit Weesp d.d. 12 Jan.: (1914?)

De Noorderstorm heeft het Zuiderzeewater zoo hoog opgezweept, dat de Vecht haar water niet kon loozen, zoodat de waterstand zulk een abnormale hoogte bereikte, als in maanden niet voorgekomen is.

Op verschillende plaatsen drong het water door de dijken. De peilschaal wees hedenavond 53 + A. P. De schutsluis was gesloten”.....


Als zulke toestanden zich daar kunnen voordoen, dan is in 't hierboven gegeven opstel nergens overdreven, als er gesproken werd van opstuwing, onder water loopen, enz.!


Verder leze men de courantenberichten van 8–18 Jan. '16 over Meppel, Wolvega, Weesp, Waterland enz. enz.


Als men bedenkt, vanwaar het meeste geld kwam, waarmee de drooglegging van de Beemster werd gedekt, dan denkt men onwillekeurig aan 't schip, geladen met gouden staven, dat zonk in het Marsdiep, dus binnen den afsluitdijk van 't plan Ulehake.


 

Als de bunzing zijn kop in 't hoenderhok kan steken, ziet hij kans het binnen te dringen, en doodt hij de kippen.

Als de zee nog gedeeltelijk landwaarts in blijft bestaan, zal ons land af en toe door rampen getroffen worden, gelijk aan die van 15 Januari 1916, neen niet gelijk aan, maar veel verschrikkelijker dan.................

Is het plan Ulehake uitgevoerd, bestaat er dus geen Zuiderzee meer, dan worden de thans overstroomde gedeelten van ons land niet weer door een watervloed geteisterd.

26 Jan. '16.


SCHETSKAARTJE PLAN ULEHAKE.
SCHETSKAARTJE PLAN ULEHAKE.

Overzicht aangebrachte correcties

De volgende correcties zijn aangebracht in de tekst:

PlaatsBronCorrectie
Blz. 4denDen
Blz. 6geschikstegeschiktste
Blz. 6N. W.N.W.
Blz. 9[Niet in Bron.]
Blz. 11zelfzelfs
Blz. 12’,
Blz. 13ficancieelfinanciëel
Blz. 14VIII.[Verwijderd]
Blz. 16[Niet in Bron.]

 

 


***END OF THE PROJECT GUTENBERG EBOOK DE DROOGLEGGING DER ZUIDERZEE***

******* This file should be named 36319-h.txt or 36319-h.zip *******

This and all associated files of various formats will be found in:
http://www.gutenberg.org/3/6/3/1/36319

Updated editions will replace the previous one--the old editions will be renamed.

Creating the works from public domain print editions means that no one owns a United States copyright in these works, so the Foundation (and you!) can copy and distribute it in the United States without permission and without paying copyright royalties. Special rules, set forth in the General Terms of Use part of this license, apply to copying and distributing Project Gutenberg-tm electronic works to protect the PROJECT GUTENBERG-tm concept and trademark. Project Gutenberg is a registered trademark, and may not be used if you charge for the eBooks, unless you receive specific permission. If you do not charge anything for copies of this eBook, complying with the rules is very easy. You may use this eBook for nearly any purpose such as creation of derivative works, reports, performances and research. They may be modified and printed and given away--you may do practically ANYTHING with public domain eBooks. Redistribution is subject to the trademark license, especially commercial redistribution.

*** START: FULL LICENSE ***

THE FULL PROJECT GUTENBERG LICENSE
PLEASE READ THIS BEFORE YOU DISTRIBUTE OR USE THIS WORK

To protect the Project Gutenberg-tm mission of promoting the free
distribution of electronic works, by using or distributing this work
(or any other work associated in any way with the phrase "Project
Gutenberg"), you agree to comply with all the terms of the Full Project
Gutenberg-tm License (available with this file or online at
http://www.gutenberg.org/license).


Section 1.  General Terms of Use and Redistributing Project Gutenberg-tm
electronic works

1.A.  By reading or using any part of this Project Gutenberg-tm
electronic work, you indicate that you have read, understand, agree to
and accept all the terms of this license and intellectual property
(trademark/copyright) agreement.  If you do not agree to abide by all
the terms of this agreement, you must cease using and return or destroy
all copies of Project Gutenberg-tm electronic works in your possession.
If you paid a fee for obtaining a copy of or access to a Project
Gutenberg-tm electronic work and you do not agree to be bound by the
terms of this agreement, you may obtain a refund from the person or
entity to whom you paid the fee as set forth in paragraph 1.E.8.

1.B.  "Project Gutenberg" is a registered trademark.  It may only be
used on or associated in any way with an electronic work by people who
agree to be bound by the terms of this agreement.  There are a few
things that you can do with most Project Gutenberg-tm electronic works
even without complying with the full terms of this agreement.  See
paragraph 1.C below.  There are a lot of things you can do with Project
Gutenberg-tm electronic works if you follow the terms of this agreement
and help preserve free future access to Project Gutenberg-tm electronic
works.  See paragraph 1.E below.

1.C.  The Project Gutenberg Literary Archive Foundation ("the Foundation"
or PGLAF), owns a compilation copyright in the collection of Project
Gutenberg-tm electronic works.  Nearly all the individual works in the
collection are in the public domain in the United States.  If an
individual work is in the public domain in the United States and you are
located in the United States, we do not claim a right to prevent you from
copying, distributing, performing, displaying or creating derivative
works based on the work as long as all references to Project Gutenberg
are removed.  Of course, we hope that you will support the Project
Gutenberg-tm mission of promoting free access to electronic works by
freely sharing Project Gutenberg-tm works in compliance with the terms of
this agreement for keeping the Project Gutenberg-tm name associated with
the work.  You can easily comply with the terms of this agreement by
keeping this work in the same format with its attached full Project
Gutenberg-tm License when you share it without charge with others.

1.D.  The copyright laws of the place where you are located also govern
what you can do with this work.  Copyright laws in most countries are in
a constant state of change.  If you are outside the United States, check
the laws of your country in addition to the terms of this agreement
before downloading, copying, displaying, performing, distributing or
creating derivative works based on this work or any other Project
Gutenberg-tm work.  The Foundation makes no representations concerning
the copyright status of any work in any country outside the United
States.

1.E.  Unless you have removed all references to Project Gutenberg:

1.E.1.  The following sentence, with active links to, or other immediate
access to, the full Project Gutenberg-tm License must appear prominently
whenever any copy of a Project Gutenberg-tm work (any work on which the
phrase "Project Gutenberg" appears, or with which the phrase "Project
Gutenberg" is associated) is accessed, displayed, performed, viewed,
copied or distributed:

This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
almost no restrictions whatsoever.  You may copy it, give it away or
re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
with this eBook or online at www.gutenberg.org

1.E.2.  If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is derived
from the public domain (does not contain a notice indicating that it is
posted with permission of the copyright holder), the work can be copied
and distributed to anyone in the United States without paying any fees
or charges.  If you are redistributing or providing access to a work
with the phrase "Project Gutenberg" associated with or appearing on the
work, you must comply either with the requirements of paragraphs 1.E.1
through 1.E.7 or obtain permission for the use of the work and the
Project Gutenberg-tm trademark as set forth in paragraphs 1.E.8 or
1.E.9.

1.E.3.  If an individual Project Gutenberg-tm electronic work is posted
with the permission of the copyright holder, your use and distribution
must comply with both paragraphs 1.E.1 through 1.E.7 and any additional
terms imposed by the copyright holder.  Additional terms will be linked
to the Project Gutenberg-tm License for all works posted with the
permission of the copyright holder found at the beginning of this work.

1.E.4.  Do not unlink or detach or remove the full Project Gutenberg-tm
License terms from this work, or any files containing a part of this
work or any other work associated with Project Gutenberg-tm.

1.E.5.  Do not copy, display, perform, distribute or redistribute this
electronic work, or any part of this electronic work, without
prominently displaying the sentence set forth in paragraph 1.E.1 with
active links or immediate access to the full terms of the Project
Gutenberg-tm License.

1.E.6.  You may convert to and distribute this work in any binary,
compressed, marked up, nonproprietary or proprietary form, including any
word processing or hypertext form.  However, if you provide access to or
distribute copies of a Project Gutenberg-tm work in a format other than
"Plain Vanilla ASCII" or other format used in the official version
posted on the official Project Gutenberg-tm web site (www.gutenberg.org),
you must, at no additional cost, fee or expense to the user, provide a
copy, a means of exporting a copy, or a means of obtaining a copy upon
request, of the work in its original "Plain Vanilla ASCII" or other
form.  Any alternate format must include the full Project Gutenberg-tm
License as specified in paragraph 1.E.1.

1.E.7.  Do not charge a fee for access to, viewing, displaying,
performing, copying or distributing any Project Gutenberg-tm works
unless you comply with paragraph 1.E.8 or 1.E.9.

1.E.8.  You may charge a reasonable fee for copies of or providing
access to or distributing Project Gutenberg-tm electronic works provided
that

- You pay a royalty fee of 20% of the gross profits you derive from
     the use of Project Gutenberg-tm works calculated using the method
     you already use to calculate your applicable taxes.  The fee is
     owed to the owner of the Project Gutenberg-tm trademark, but he
     has agreed to donate royalties under this paragraph to the
     Project Gutenberg Literary Archive Foundation.  Royalty payments
     must be paid within 60 days following each date on which you
     prepare (or are legally required to prepare) your periodic tax
     returns.  Royalty payments should be clearly marked as such and
     sent to the Project Gutenberg Literary Archive Foundation at the
     address specified in Section 4, "Information about donations to
     the Project Gutenberg Literary Archive Foundation."

- You provide a full refund of any money paid by a user who notifies
     you in writing (or by e-mail) within 30 days of receipt that s/he
     does not agree to the terms of the full Project Gutenberg-tm
     License.  You must require such a user to return or
     destroy all copies of the works possessed in a physical medium
     and discontinue all use of and all access to other copies of
     Project Gutenberg-tm works.

- You provide, in accordance with paragraph 1.F.3, a full refund of any
     money paid for a work or a replacement copy, if a defect in the
     electronic work is discovered and reported to you within 90 days
     of receipt of the work.

- You comply with all other terms of this agreement for free
     distribution of Project Gutenberg-tm works.

1.E.9.  If you wish to charge a fee or distribute a Project Gutenberg-tm
electronic work or group of works on different terms than are set
forth in this agreement, you must obtain permission in writing from
both the Project Gutenberg Literary Archive Foundation and Michael
Hart, the owner of the Project Gutenberg-tm trademark.  Contact the
Foundation as set forth in Section 3 below.

1.F.

1.F.1.  Project Gutenberg volunteers and employees expend considerable
effort to identify, do copyright research on, transcribe and proofread
public domain works in creating the Project Gutenberg-tm
collection.  Despite these efforts, Project Gutenberg-tm electronic
works, and the medium on which they may be stored, may contain
"Defects," such as, but not limited to, incomplete, inaccurate or
corrupt data, transcription errors, a copyright or other intellectual
property infringement, a defective or damaged disk or other medium, a
computer virus, or computer codes that damage or cannot be read by
your equipment.

1.F.2.  LIMITED WARRANTY, DISCLAIMER OF DAMAGES - Except for the "Right
of Replacement or Refund" described in paragraph 1.F.3, the Project
Gutenberg Literary Archive Foundation, the owner of the Project
Gutenberg-tm trademark, and any other party distributing a Project
Gutenberg-tm electronic work under this agreement, disclaim all
liability to you for damages, costs and expenses, including legal
fees.  YOU AGREE THAT YOU HAVE NO REMEDIES FOR NEGLIGENCE, STRICT
LIABILITY, BREACH OF WARRANTY OR BREACH OF CONTRACT EXCEPT THOSE
PROVIDED IN PARAGRAPH 1.F.3.  YOU AGREE THAT THE FOUNDATION, THE
TRADEMARK OWNER, AND ANY DISTRIBUTOR UNDER THIS AGREEMENT WILL NOT BE
LIABLE TO YOU FOR ACTUAL, DIRECT, INDIRECT, CONSEQUENTIAL, PUNITIVE OR
INCIDENTAL DAMAGES EVEN IF YOU GIVE NOTICE OF THE POSSIBILITY OF SUCH
DAMAGE.

1.F.3.  LIMITED RIGHT OF REPLACEMENT OR REFUND - If you discover a
defect in this electronic work within 90 days of receiving it, you can
receive a refund of the money (if any) you paid for it by sending a
written explanation to the person you received the work from.  If you
received the work on a physical medium, you must return the medium with
your written explanation.  The person or entity that provided you with
the defective work may elect to provide a replacement copy in lieu of a
refund.  If you received the work electronically, the person or entity
providing it to you may choose to give you a second opportunity to
receive the work electronically in lieu of a refund.  If the second copy
is also defective, you may demand a refund in writing without further
opportunities to fix the problem.

1.F.4.  Except for the limited right of replacement or refund set forth
in paragraph 1.F.3, this work is provided to you 'AS-IS,' WITH NO OTHER
WARRANTIES OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO
WARRANTIES OF MERCHANTIBILITY OR FITNESS FOR ANY PURPOSE.

1.F.5.  Some states do not allow disclaimers of certain implied
warranties or the exclusion or limitation of certain types of damages.
If any disclaimer or limitation set forth in this agreement violates the
law of the state applicable to this agreement, the agreement shall be
interpreted to make the maximum disclaimer or limitation permitted by
the applicable state law.  The invalidity or unenforceability of any
provision of this agreement shall not void the remaining provisions.

1.F.6.  INDEMNITY - You agree to indemnify and hold the Foundation, the
trademark owner, any agent or employee of the Foundation, anyone
providing copies of Project Gutenberg-tm electronic works in accordance
with this agreement, and any volunteers associated with the production,
promotion and distribution of Project Gutenberg-tm electronic works,
harmless from all liability, costs and expenses, including legal fees,
that arise directly or indirectly from any of the following which you do
or cause to occur: (a) distribution of this or any Project Gutenberg-tm
work, (b) alteration, modification, or additions or deletions to any
Project Gutenberg-tm work, and (c) any Defect you cause.


Section  2.  Information about the Mission of Project Gutenberg-tm

Project Gutenberg-tm is synonymous with the free distribution of
electronic works in formats readable by the widest variety of computers
including obsolete, old, middle-aged and new computers.  It exists
because of the efforts of hundreds of volunteers and donations from
people in all walks of life.

Volunteers and financial support to provide volunteers with the
assistance they need are critical to reaching Project Gutenberg-tm's
goals and ensuring that the Project Gutenberg-tm collection will
remain freely available for generations to come.  In 2001, the Project
Gutenberg Literary Archive Foundation was created to provide a secure
and permanent future for Project Gutenberg-tm and future generations.
To learn more about the Project Gutenberg Literary Archive Foundation
and how your efforts and donations can help, see Sections 3 and 4
and the Foundation web page at http://www.gutenberg.org/fundraising/pglaf.


Section 3.  Information about the Project Gutenberg Literary Archive
Foundation

The Project Gutenberg Literary Archive Foundation is a non profit
501(c)(3) educational corporation organized under the laws of the
state of Mississippi and granted tax exempt status by the Internal
Revenue Service.  The Foundation's EIN or federal tax identification
number is 64-6221541.  Contributions to the Project Gutenberg
Literary Archive Foundation are tax deductible to the full extent
permitted by U.S. federal laws and your state's laws.

The Foundation's principal office is located at 4557 Melan Dr. S.
Fairbanks, AK, 99712., but its volunteers and employees are scattered
throughout numerous locations.  Its business office is located at
809 North 1500 West, Salt Lake City, UT 84116, (801) 596-1887, email
business@pglaf.org.  Email contact links and up to date contact
information can be found at the Foundation's web site and official
page at http://www.gutenberg.org/about/contact

For additional contact information:
     Dr. Gregory B. Newby
     Chief Executive and Director
     gbnewby@pglaf.org

Section 4.  Information about Donations to the Project Gutenberg
Literary Archive Foundation

Project Gutenberg-tm depends upon and cannot survive without wide
spread public support and donations to carry out its mission of
increasing the number of public domain and licensed works that can be
freely distributed in machine readable form accessible by the widest
array of equipment including outdated equipment.  Many small donations
($1 to $5,000) are particularly important to maintaining tax exempt
status with the IRS.

The Foundation is committed to complying with the laws regulating
charities and charitable donations in all 50 states of the United
States.  Compliance requirements are not uniform and it takes a
considerable effort, much paperwork and many fees to meet and keep up
with these requirements.  We do not solicit donations in locations
where we have not received written confirmation of compliance.  To
SEND DONATIONS or determine the status of compliance for any
particular state visit http://www.gutenberg.org/fundraising/pglaf

While we cannot and do not solicit contributions from states where we
have not met the solicitation requirements, we know of no prohibition
against accepting unsolicited donations from donors in such states who
approach us with offers to donate.

International donations are gratefully accepted, but we cannot make
any statements concerning tax treatment of donations received from
outside the United States.  U.S. laws alone swamp our small staff.

Please check the Project Gutenberg Web pages for current donation
methods and addresses.  Donations are accepted in a number of other
ways including checks, online payments and credit card donations.
To donate, please visit: http://www.gutenberg.org/fundraising/donate


Section 5.  General Information About Project Gutenberg-tm electronic
works.

Professor Michael S. Hart is the originator of the Project Gutenberg-tm
concept of a library of electronic works that could be freely shared
with anyone.  For thirty years, he produced and distributed Project
Gutenberg-tm eBooks with only a loose network of volunteer support.

Project Gutenberg-tm eBooks are often created from several printed
editions, all of which are confirmed as Public Domain in the U.S.
unless a copyright notice is included.  Thus, we do not necessarily
keep eBooks in compliance with any particular paper edition.

Each eBook is in a subdirectory of the same number as the eBook's
eBook number, often in several formats including plain vanilla ASCII,
compressed (zipped), HTML and others.

Corrected EDITIONS of our eBooks replace the old file and take over
the old filename and etext number.  The replaced older file is renamed.
VERSIONS based on separate sources are treated as new eBooks receiving
new filenames and etext numbers.

Most people start at our Web site which has the main PG search facility:

http://www.gutenberg.org

This Web site includes information about Project Gutenberg-tm,
including how to make donations to the Project Gutenberg Literary
Archive Foundation, how to help produce our new eBooks, and how to
subscribe to our email newsletter to hear about new eBooks.

EBooks posted prior to November 2003, with eBook numbers BELOW #10000,
are filed in directories based on their release date.  If you want to
download any of these eBooks directly, rather than using the regular
search system you may utilize the following addresses and just
download by the etext year.

http://www.gutenberg.org/dirs/etext06/

    (Or /etext 05, 04, 03, 02, 01, 00, 99,
     98, 97, 96, 95, 94, 93, 92, 92, 91 or 90)

EBooks posted since November 2003, with etext numbers OVER #10000, are
filed in a different way.  The year of a release date is no longer part
of the directory path.  The path is based on the etext number (which is
identical to the filename).  The path to the file is made up of single
digits corresponding to all but the last digit in the filename.  For
example an eBook of filename 10234 would be found at:

http://www.gutenberg.org/dirs/1/0/2/3/10234

or filename 24689 would be found at:
http://www.gutenberg.org/dirs/2/4/6/8/24689

An alternative method of locating eBooks:
http://www.gutenberg.org/dirs/GUTINDEX.ALL

*** END: FULL LICENSE ***